Op 2 februari 2024 hebben EU-onderhandelaars een voorlopig akkoord bereikt over een wetsvoorstel met als doel het verminderen van afval en het versterken van de reparatiesector door productreparaties toegankelijker en kosteneffectiever te maken.
De overeengekomen regels verduidelijken de verplichtingen voor fabrikanten en moedigen consumenten aan om de levenscyclus van producten te verlengen door middel van reparaties. Enkele belangrijke maatregelen uit de overeenkomst zijn:
- Een verplichting voor fabrikanten om gewone huishoudelijke producten, zoals wasmachines, stofzuigers en smartphones, te repareren, met de mogelijkheid om in de loop van de tijd meer producten aan de lijst toe te voegen.
- Een verplichting voor consumenten om geïnformeerd te worden over de reparatieplicht van een fabrikant.
- Mogelijkheden voor consumenten om een leenapparaat te ontvangen terwijl hun eigen apparaat wordt gerepareerd, of om te kiezen voor een gereviseerd (refurbished) apparaat.
- Gratis online toegang tot indicatieve reparatieprijzen.
- Een extra verlenging van één jaar van de wettelijke garantie voor gerepareerde goederen.
Daarnaast zullen fabrikanten reserveonderdelen en gereedschappen tegen redelijke prijzen beschikbaar moeten stellen. Ook is overeengekomen dat fabrikanten geen contractuele clausules, hardware- of softwaretechnieken mogen gebruiken om reparaties te belemmeren, waaronder het belemmeren van het gebruik van tweedehands of 3D-geprinte reserveonderdelen door onafhankelijke reparateurs.
Elke lidstaat wordt verplicht ten minste één maatregel in te voeren om reparatie te bevorderen, zoals reparatievouchers, informatiecampagnes, reparatiecursussen of steun voor door de gemeenschap geleide reparatieruimtes, of eventueel een verlaging van het BTW-tarief op reparatiediensten volgens de bestaande belastingregels.
Zodra de richtlijn is aangenomen door zowel de Raad als het Parlement en gepubliceerd in het Publicatieblad van de EU, hebben de lidstaten 24 maanden de tijd om deze in hun nationale recht om te zetten.